Quantcast
Channel: Natuurblog Natuurpresentaties
Viewing all 487 articles
Browse latest View live

Turks fruit, deel 5 (slot), een gemengd boeket

$
0
0
Tulipa orphanidea, Adrasan

Turks fruit, een bundel impressies van een tweeweekse reis met Hamba Kahle Natuurreizen en de Vereniging voor Veldbiologie (KNNV) door Zuidwest Turkije. Dit laatste verhaal biedt een potpourri van bijzondere Turkse flora en fauna, even kleurrijk en aantrekkelijk als zoet Turks fruit.

Nederland en Turkije hebben inmiddels 400 jaar handelsgeschiedenis opgebouwd. Onze historie is zelfs zo vervlochten dat niemand zich realiseert dat de Hollandse tulp afkomstig is uit het Ottomaanse rijk. Een "Tulipan" was toen nog een bijzonder hoofddeksel wat volgens de zeevarende kooplieden sterk leek op een tulpenbloem.

Lycische pijpbloem (Aristolochia lycica), Adrasan
Cytisus hypocystis

Voor reizende plantenliefhebbers is het een zegen dat we verlost zijn van die dure diarolletjes. Met meer dan tienduizend plantensoorten in Anatolië wist je bij voorbaat dat je nooit genoeg mee kon nemen. Nu kun je onbeperkt blijven schieten, van bizarre en nergens anders voorkomende Lycische Pijpbloemen tot bladloze parasieten op Cistus struiken.

Hardoen, Milete

Griekse landschildpad, Adrasan

Karetschildpad, Dalyan (Turtle Hospital)
Rode Toornslang, Adrasan

Reptielen zijn op elke excursie te vinden. Zelfs de platgelopen ruïnes van Efese en Phaselis zitten vol met prehistorische monsters. Alleen de naam is al afschrikwekkend: Hardoen. Ondanks zijn vervaarlijke uiterlijk, van gestekelde drakenstaart tot opengesperde muil, is het een vriendelijk en zelfs een beetje schuw wezen. Pas als er een soortgenoot in de buurt van een favoriete steen komt wordt het menens. Net als zijn Afrikaanse verwanten begint het met kopschudden en wat schijnbewegingen. Pas als dat niet helpt volgt een frontale aanval. Slangen zijn overal aanwezig maar worden bijna alleen gezien als "road pizza". Plat gereden of zelfs plat geslagen valt er vaak weinig meer van te maken. Veel gemakkelijker is het om landschildpadden te zien. twee soorten komen voor in het zuiden van Turkije. De Griekse met twee schildjes boven de staart en de Moorse met slechts één. Op het strand ten zuiden van Dalyan komen vanaf mei Karetschildpadden aan land om hun eieren te leggen. Onfortuinlijke dieren die in een net terechtkomen worden opgevangen in een "Turtle Hospital".

Europese Tjiktjak (Adrasan)

Als de avond valt wordt het tijd voor de Europese Tjiktjak. Een gekko soort die op de muren van hotels gemakkelijk te spotten is. Net buiten het licht en voortdurend alert op een passerende vlinder of kever.

Spinnen gevecht, oostelijk van Kas

Bidsprinkhaan, Bafa meer

Sabelsprinkhaan, Bafa

Insecten en spinnen zijn rijkelijk vertegenwoordigd langs de warme kust. Rustig picknickend in een olijfboomgaard waren we getuige van een gevecht op leven en dood tussen twee prachtig gekleurde spinnen. Ze leken wel een beetje op de bekende "Ladybird Spider" maar hadden in plaats van zwarte stippen een forse streep over de rug. Bidsprinkhanen doen het wat rustiger, wiegend hangen ze tussen het gras tot er iets voorbij komt wat past tussen de vangpoten. Sabelsprinkhanen zijn echter een maatje te groot. Ook zij lusten wel een hapje vlees dus ook voor de bidders is het uitkijken met deze kleurige monsters.

IJsvogel, Adrasan

Zuidwest Turkije, een perfecte bestemming voor een voorjaarsreis.

Deze reis werd georganiseerd door Hamba Kahle Natuurreizen in samenwerking met SNP (Nederland) en Amber Travel (Turkije).

Invasie van Smaragdlibellen

$
0
0
De Olde Maten
Nederland blijft verrassen met onbekende plekjes. De Olde Maten bijvoorbeeld. Iedereen kent Nationaal Park Wieden en Weerribben maar wie steekt de N334 over om terecht te komen in het bijna dichtgegroeide veenweidegebied van De Olde Maten? Toch lag juist hier het Zwartewaterklooster, een nonnen gemeenschap die na de beeldenstorm van de aardbodem verdween. Wat bleef is een schilderachtig, kleinschalig gebied tussen Hasselt en Zwartsluis wat nu beheerd wordt door Staatsbosbeheer.

Langs de enige toegangsweg door De Olde Maten staat een gammele observatiehut. De tand des tijds is er grondig mee bezig geweest en met twee personen moet je bijna zeebenen hebben om er in rond te lopen. Door de lage kijkgaten is slechts een Wilde Eend te zien. Voor het echte spektakel op 10 mei kan je beter buiten blijven.

Jonge Smaraglibel, Olde Maten
Jonge Smaragdlibel, Olde Maten

Jonge Smaragdlibel

Nymfenhuidje Smaragdlibel,  Olde Maten

Uit het bruine, sombere veenwater zijn tientallen kleine monsters gekropen. De ogen geloken, de kaken gesloten. Een wondere optocht waar het bijna om lijkt te gaan wie het hoogst kan klimmen. Op de trap, op de deurpost, overal zitten ze. Uitpuffen is er niet bij, elke deelnemer heeft zijn eigen finish lijn. Daar aangekomen begint de grote metamorfose. De Unidentified Creeping Objects (geen UFO's maar UCO's) gooien de luiken open en de invasie van De Olde Maten kan beginnen. Eerst verschijnt een geleed achterlijf, dan een dof glanzend borststuk met friemel flodders aan beide kanten. Grote ogen op een breed gebekte kop vervolmaken het plaatje. Tijd om uit te rusten is er niet, strek en rek oefeningen veranderen het nieuwe wezen in een jonge libel. Flodders worden uitgevouwen tot gazen vleugeltjes.

Smaragdlibel (Bargerveen, 2012)

Deze invasie van UCO's blijken Smaragdlibellen te zijn. Kleurrijke jagers die zich uitstekend thuis voelen in een venige omgeving. Even flink eten van de overvloed aan muggen en dan op zoek naar een partner. Met het afzetten van eitjes in de plassen van De Olde Maten is de cyclus weer rond en kan ook volgend weer een optocht van bruine monsters verwacht worden.

Nachtvlinderestafette, een kijkje op het scherm

$
0
0

Na de succesvolle start van de Nachtvlinderestafette in 2012 hebben de Stichting Natuurkampeerterreinen, de Vlinderstichting en Natuurpresentaties op veler verzoek besloten om de "estafette" dit jaar opnieuw aan te bieden. Op 29 april is de Nachtvlinderestafette vertrokken voor een lange tocht, kriskras door Nederland met aanlegplaatsen op 39 natuurkampeerterreinen.

Nachtvlinders, een mysterieuze wereld (Landgoed Old Putten, Elburg)


Jong en oud kijken vol spanning wat er op het licht afkomt (Landgoed Old Putten, Elburg)

Ruim 160 kampeerders en toeschouwers van buiten hebben vooral de eerste nachten ervaren hoe koud het was dit voorjaar. Op Camping De Roos (Beerze) wilde het niet warmer worden dan een magere twee graden, Landgoed Old Putten (Elburg) en Natuurkampeerterrein Morgenrood (Oisterwijk) troffen het nauwelijks beter. Pas op Eerste Pinksterdag werd op Kampeerterrein Hoeve De Gastmolen (Vaals) in de donkere uurtjes een temperatuur boven de tien graden bereikt. Maar de natuurervaring begon gelukkig altijd binnen. Een mysterieuze wereld vol met vlinders opende zich als een toverdoos voor de vele toeschouwers.

Meikever (Natuurkampeerterrein Morgenrood, Oisterwijk)

Meikever, een echte heer met zes blaadjes aan zijn sprieten (Natuurkampeerterrein Morgenrood, Oisterwijk)

Tijdens het voorjaarsgedeelte van de Nachtvlinderestafette 2013 moesten de vlinders stevig aan de bak om de concurrentie aan te kunnen met Meikevers. Volop aanwezig en vooral groot en druk. Voor de bezoekers steeds weer verrassend of er een heer of een dame aan kwam brommen. Blaadjes aan de sprieten werden geteld en altijd waren het er zes. Alweer een stoere man!

Close-up Hagedoornvlinder (Camping Hoeve De Gastmolen, Vaals)

Witvlekbosrankspanner (Camping Hoeve De Gastmolen, Vaals)

Maantandvlinder, let ook op de roze-bruine voelsprieten (Camping Hoeve De Gastmolen, Vaals)

Vooral in Vaals werd het steeds drukker naarmate het later werd. De zeventig bezoekers vòòr het laken werden eerst letterlijk overdonderd door tientallen knalgele Hagedoornvlinders die als confetti neer dwarrelden uit de donkere avondlucht. Na de klok van twaalf werd het helemaal genieten. Maantandvlinders, Egale Bosrankspanner en Witvlekbosrankspanner lieten zien wat in de verborgen nachtelijke wereld aanwezig kan zijn.

Halvemaanvlinder in de douche van Landgoed Old Putten (Elburg)

Natuurbeleving op natuurkampeerterreinen gaat soms wel erg ver. Als het te koud wordt, zoals op het schitterende Landgoed Old Elburg, kan er natuurlijk ook gevlinderd worden in en rond de douchehokjes....
Koolbandspanners en zelfs een Halvemaanvlinder hadden er een goed, en vooral vochtig warm, onderkomen gevonden.
Nachtvlinderestafette 2013

Kom ook eens kijken bij de Nachtvlinderestafette 2013. Omdat het altijd laat wordt is het zeker aan te raden om te blijven overnachten (en te reserveren) op één of meerdere van de altijd weer schitterend gelegen 38 natuurkampeerterreinen die tussen 5 juli en 13 augustus bezocht gaan worden. De data vindt u op de websites van de Stichting Natuurkampeerterreinen, de Vlinderstichting, Natuurpresentaties of op de poster hierboven. En helemaal bij blijven? Volg dan het evenement Nachtvlinderestafette 2013 op Facebook.


Helgoland, leven op de rand

$
0
0
Leven op de rand, Drieteenmeeuwen op Helgoland
Geluk op een paar vierkante decimeter. Tientallen meters boven de woeste branding van een onstuimige Noordzee. De ene wand zacht rood natuursteen, de ander met vrij uitzicht over de golven. Als vloerbedekking slechts wat strootjes en een stukje Lepelblad, dat is waar de Helgolandse Drieteenmeeuwen helemaal blij van worden.

Helgoland, noordpunt vanaf de Klippenweg

Helgoland, een klip in de woeste branding van de Duitse Bocht met voor de kust het bijna even kleine zandeiland Düne. Op een rustige dag drie uur varen vanaf Bremerhaven maar met windkracht zes en een zware vloedstroom op de boeg kan het zo een uur langer worden. Meer dan 280 miljoen jaar geleden omhoog gedrukt door een onderaardse zoutkoepel en na de laatste ijstijd een stenen vuist in de Noordzee. Oorlogsgeweld in de 20ste eeuw betekende bijna het einde voor het slechts twee kilometer lange eiland maar Helgoland liet zich niet zomaar opblazen. Nu is het een gewild Kurort en in het voorjaar een droombestemming voor vogelaars en robbenzoekers.

Zeekoet, honderden broedende vogels bezetten elke rotsrichel, Helgoland

Zeekoet, Helgoland

Jan van Gent, reusachtige buren van de Zeekoet, Helgoland
Drieteenmeeuw, sierlijk en vriendelijk, Helgoland

Op de kaart klinkt het al veelbelovend: Lümmenfelsen, "Zeekoet-rotsen". Rond de tweeduizend paar Zeekoeten bezetten elke centimeter richel waar ze maar bij kunnen komen. De mooiste plaatsen zijn ingenomen door de steeds talrijker wordende Jan van Genten. Burenlawaai is helaas onvermijdelijk, zevenduizend paar Drieteenmeeuwen laten nadrukkelijk weten dat ook zij hier wonen. Met hun schijnbaar in inkt gedoopte vleugelpunten fladderen ze als sierlijke zeejuffers tussen de af en aanvliegende koeten. Voor het welzijn van hun eieren en jongen vormen ze geen bedreiging.

Alk en Zeekoet, tientallen meters onder de klifrand zwemmend, Helgoland

Veel zeldzamer zijn de Alken, slechts 17 paar broeden er dit jaar. Niet tussen de grote kolonie Zeekoeten maar aan de rustiger oostkant van het eiland. Met hun bizarre snavels ("Razorbill" heten ze bij onze Engelse buren) vallen ze direct op tussen de rank gesnavelde koeten.

Noordse stormvogel, Helgoland

Tegen de harde wind opboksend is het een hele toer om vanaf de bochtige Klippenweg de steile klifwand af te speuren naar Noordse Stormvogels. Met hun strak gesneden vleugels scheren ze over de golftoppen om pas bij het klif omhoog te gaan naar hun nest. Zover mogelijk verwijderd van al te opdringerige buren lijken ze echt tevreden om zich heen te kijken. Op het eerste gezicht lijken het wat plomp uitgevallen meeuwen maar de buis bovenop hun snavel verraad direct dat ze familie zijn van Stormvogeltjes en Albatrossen. Met dit bijzonder orgaan kunnen ze het teveel aan zout uit hun voedsel weer kwijtraken.

Jan van Gent op een troon van wier en touw, Helgoland

Jan van Gent, een beetje verliefd, Helgoland

Jan van Gent, er kan nog meer bij! Helgoland

Vogelaars komen toch vooral naar Helgoland voor een ontmoeting met de koning van de Noordzee. Niet Neptunus maar de Jan van Gent. Waren het er in 1991 nog maar twee paar, nu broeden er al meer dan 300 op de uiterste noordpunt van het eiland. Zware telescopen meeslepen mag natuurlijk maar inmiddels zitten ze zelfs bovenop de rots en kun je er op tien meter afstand naast gaan zitten. Alsof al die mensenogen er niet zijn gaan ze gewoon verder met hun intieme leven. Af en toe even knuffelen met hun partner of duidelijk maken aan de buren waar hun perceelgrens ligt. Ondertussen wordt eind mei nog steeds nestmateriaal aangesleept. Zeewier is natuurlijk het meest gemakkelijk te verzamelen maar als je er even je best voor doet kun je ook een vloer aanleggen van rood of blauw touw.

Grijze Zeehond, Düne (Helgoland)

Grijze Zeehond, even heerlijk krabben, Düne (Helgoland)

Gewone Zeehond, helemaal niet nieuwsgierig maar we willen toch alles zien. Düne (Helgoland)

Om al deze zeevogels te kunnen ontmoeten is het wel nodig meer dan een dag op Helgoland te blijven. Omdat de boot terug pas om vier uur vertrekt is het zeker aan te raden nog even over te steken naar Düne.
Op nog geen vijf minuten vanaf de kade stap je in een wereld van zand en grint. Grote Sterns vliegen er af en aan met vis voor de hongerige jongen, Eidereenden proberen hun kroost te bewaken tegen al te vraatzuchtige Zilvermeeuwen. Maar het zijn toch vooral de honderden zeehonden die wat slordig op de rand van zee en land een plaatsje proberen te zoeken. Bont gevlekte Grijze Zeehonden zijn duidelijk in de meerderheid. Af en toe wat ruziënd om de beste plek maar vervolgens in een heerlijke sluimer verder dromend. Stompsnuitige Gewone Zeehonden kiezen voor een wat stemmiger outfit in bruin-wit.

Tot ziens op Helgoland

Helgoland, leven op de rand. We worden uitgezwaaid door een jonge rob en schrijven weer een natuurbelevenis bij op de lange lijst van onvergetelijke momenten.

Drentsche Aa, fleurig landschap

$
0
0
Oudemolen, bloeiende madelanden
Zaterdag 1 juni. Natuurfotograaf en fervent promotor van het Nationaal Beek en Esdorpenlandschap Drentsche Aa, André Brasse, opent de dag op Facebook met een prachtige foto van de Zwarte Rapunzel. Een uur later vertrekt Natuurpresentaties met een groep natuurgenieters vanaf de parkeerplaats bij Oudemolen voor een wandeling door het fleurige landschap van het Oudemolense Diep.




Brede Orchis, Oudemolen

De Drentsche Aa, eens een woeste smeltwaterstroom met het formaat van bijvoorbeeld de IJssel, is nu een kabbelend laaglandbeekje. In de winter nog een beetje ongetemd maar aan het begin van de zomer tot rust gekomen. Weidebeekjuffers laten op deze grauwe en koude dag verstek gaan maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door een palet van bloemen in dit fleurige landschap. Brede Orchis begint meestal half mei te bloeien maar begint dit jaar pas begin juni aan zijn alles overheersende show. Lage temperaturen hebben er voor gezorgd dat de knoppen in sluimertoestand afgewacht hebben tot ze het niet meer konden houden. Overal schieten  de bloeistengels omhoog en kleuren de madelanden in alle tinten paars. Van bijna gebleekt roze tot het donkerste paars.

Grote Ratelaar, Oudemolen

Grote ratelaar is nog niet helemaal overtuigd dat het nu toch nog goed gaat komen met het voorjaar. Wat schuchter kijken de eerste bloempjes de wereld in. De boven en onderlip stijf dicht geknepen, het is toch nog te koud voor bestuivende hommels. Ook zijn gastheer, de Gestreepte Witbol, doet het rustig aan. Het duurt nog zeker een week voordat dit gras de weiden paars laat kleuren. De bloeistengels van dit grasje lijken trouwens weinig te lijden onder het gezuig van de Ratelaars aan hun wortels. Een niet aflatende stroom van suikers en andere vitale stoffen raken ze dagelijks kwijt aan deze parasieten.

Koekoeksbloem, Oudemolen

Reukgras, Oudemolen
Kamgras, Oudemolen


Veldzuring, Oudemolen

Moerasvergeetmijnietje, Oudemolen

Blijf eens stilstaan in dit bloeiende beekdal. Moerasvergeetmijnietjes lijken als blauwe stippels uitgestrooid over het natte gras. Koekoeksbloemen en Dagkoekoeksbloemen zorgen voor een zacht violette tint. Reuk- en Kamgras zijn de meest opvallende groene componenten. En Veldzuring zorgt voor rode accenten.

Zwarte Rapunzel, vegetatie, Oudemolen

Zwarte Rapunzel, Oudemolen

Maar mijn excursiegangers zijn toch vooral gekomen voor de Rapunzels. Goed bewaakt door een stoer hek en een niet mis te verstaan verbodsbord lijken ze te schuilen onder de sterke arm van Staatsbosbeheer. En dat is wel nodig ook, nog geen veertig jaar geleden waren deze bijzondere bosplanten uit Midden-Europa op verschillende plaatsen te vinden. Nu staan er verspreid nog een paar plantjes en alleen bij Oudemolen is een respectabele populatie overgebleven. Dankzij opborrelend diep grondwater is juist hier een met vocht verzadigde luchtlaag vlak boven de grond ontstaan. En dat is wat deze bijzondere klokjes nodig hebben, net als in een vochtig loofbos drogen ze hierdoor niet uit. Opvallend is wel dat ze een hekel hebben aan natte voeten, daarom staan ze vele meters verwijderd van de bronnetjes. Welwillend heeft de boswachter ons toestemming verleend om deze bijzondere planten even van dichtbij te bekijken.


De Drentsche Aa, juist nu een fleurig landschap. Ga er eens kijken en geniet van alles wat groeit en bloeit.


Geboortegolf onder zespotigen

$
0
0
Sneeuwbalhaan, eitjes
In mei leggen alle vogels een ei, dat is er in de vroege jaren zestig goed ingeprent. Maar dit jaar was het koud en alles kwam later op gang. Ook bij onze zespotige buren duurde het wat langer maar nu is het volop feest. Overal krioelt het van jong grut, tijd om er maar eens wat aandacht aan te geven.

Sneeuwbalhaantje

De Sneeuwbalhaantjes zijn inmiddels uit het ei gekropen. Ze beseffen gelukkig niet dat ze nu al wees zijn, hun  ouders hebben alles gegeven om ze een geweldige start in het uitdagende leven te geven. Zodra ze hun hongerige mond opensperren glijdt een heerlijke groene hap naar binnen. Af en toe even wat verplaatsen als het bordje leeg is maar er is genoeg voor alle broertjes en zusjes.

Bonte Bessenvlinder

Bessenbladwesp
 Aan de andere kant van de straat is het wat kleuriger. Jonge Bonte Bessenvlinders proberen hun kinderkleed te verstoppen onder een paraplu van Rode Bessenbladeren. Larfjes van de Bessenbladwesp hebben het wat gemakkelijker, met hun licht groene kleed is het zelfs voor een geoefend oog toch even zoeken.

Plakker
Plakkerrupsen lijken te weten dat ze voorzien zijn van lange haren waarmee ze mogelijk wat minder geschikt zijn als snack voor jonge Koolmezen. Hun ouders leefden op stand, geen oer-Hollandse struik of boom maar een Amerikaanse Fothergilla (Hamamelidaceae) hebben ze uitgekozen voor hun kroost.

Waterleliemotje
 Letterlijk overal is de geboortegolf te zien. Drijvende blaadjes van Kikkerbeet worden bijna boven het water uitgedrukt door de kinderkamer van het Waterleliemotje. Over enkele weken een prachtig gekleurd vlindertje maar nu een grauwe rups die zijn gele kop droog weet te houden door een klein stukje blad tegen de onderkant van een vriendelijke gastheer vast te spinnen. Vanuit zijn beschermde kamertje kan hij veilig knabbelen en zich eventueel zelfs met huis en al verplaatsen. Voor deze foto mochten we even de voordeur oplichten. Terwijl we dat deden kwam er meteen bezoek, een groepje kleine Waterspringstaarten kwam even kijken wie hun nieuwe buurman was.

Kokerjuffer Triaenodes

Gegroefde Waterkever
Geelgerande waterkever

Verstoppen in het water is zeker goed als je zo jong bent. Kokerjuffers hebben het goed begrepen, zij worden geboren als bouwvakkers. Voor de eerste hap moet er eerst een eigen huis gebouwd worden. Eén kamer is voldoende, natuurlijk wel met voldoende ruimte om te vluchten als er weer eens een hongerige jonge kever langs komt. Larven van Gegroefde Waterkevers hebben wel een lange nek maar hun bekje is maar klein vergeleken bij de grootste rover van de sloot: de Geelgerande Waterkever. Razendsnel en voorzien van monsterachtige kaken is niets veilig voor deze slokop. Van muggenlarf tot jonge vis, alles is eetbaar.

Trek er ook eens op uit en ga op zoek naar bijzondere, jonge, zespotige insecten.

Gefriemel in het vlinderrijk

$
0
0
Harlekijn (Lobesia relinquana)
Collega vlinderaar Kars Veling was afgelopen zaterdag op De Brand (Udenhout) als deelnemer van de actie 24 uur Natuur. Als samenvatting van zijn waarnemingen schrijft hij op Facebook: "weinig dagvlinders maar wel allerlei ander gefriemel" Wat we daaronder moeten verstaan wordt duidelijk als we zijn, als altijd, schitterende, fotoserie doorbladeren: paardenbloedzuigers, lantaarntjes maar ook allerlei prachtige kleine vlinders. Voor mij aanleiding om maar eens een blogje te maken over gefriemel in het vlinderrijk.
Muntvlindertje (Pyrausta aurata)

In elk tuintje met munt of citroenmelisse zijn wel Muntvlindertjes te vinden. Nog kleiner dan een, al bijna, vergeten cent. Roodbruin  met een paar gele vlekken op de voorvleugel en een dito gekleurd bandje op de achtervleugel. Net als veel van zijn familieleden zijn ze overdag actief, onrustig fladderend rond de kruidenborder. Als één van de weinige grazers trekken de rupsjes van dit vlindertje zich weinig aan van de typische geur van deze plantjes.

Dame Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella)

Heer Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella), zo gefotografeerd dat de lengte van de sprieten goed uitkomt

Iedereen die geregeld buiten is moet ze wel gezien hebben gedurende de afgelopen weken: de Geelbandlangsprietmotten was het helemaal in hun bol geslagen. Op en neer, van links naar rechts en weer naar boven. Voortdurend dansend om vooral maar gezien te worden. Voor ons hebben ze geen tijd, het gaat deze dansers om de gunsten van de kortsprietige vrouwtjes. Elk jaar lijken er wel meer te komen, zelfs bij ons in de tuin was het feest.

Geisha (Olethreutes arcuella)

Haakjesdwergbladroller (Pammene germmana)

Even groot maar zeker minder opvallend zijn de tientallen soorten bladrollers die geregeld zonnend gezien kunnen worden op een bed van groen. Elk blaadje of grasspriet lijkt wel te voldoen aan hun wensen om wat spaarzame zonnestraaltjes op te vangen. Van helder groen tot kakelbont dossen ze zich uit, soms bedoeld voor een zoekende partner maar veel vaker als camouflage.

Russenuil (Coenobia rufa)

Zilverstreep (Deltote bankiana)

Vroeger, maar ook nu nog, werd al dit "gefriemel" samengevat als micro's en daarmee door velen bij het grof vuil geplaatst. Macro's daar ging het om, bij voorkeur van het formaat Ligusterpijlstaart. Enkele van  deze "macro's" zijn echter zo klein als een forse micro. Stro-uiltjes, Dwerghuismoeders, Zilverstrepen, Russenuilen en Variabele Eikenuilen hebben imposante namen maar kunnen landen op een duimnagel. Inmiddels weten we dat dit wat denigrerende onderscheid zelf bij het grof vuil mag. Evolutionair gezien staan de verschillende vlinderfamilies in de grote stamboom van het leven volledig door elkaar heen.

Kijk ook eens naar het "gefriemel" van Kars, inspirerend mooi!


Welkom bij de Nachtvlinderestafette 2013

$
0
0
Nachtvlinderestafette op NKT Morgenrood (Oisterwijk)
Grote kinderogen staren gespannen naar het witte doek, daarachter staan hun ouders. Bijna nonchalant praten ze over de nieuwste tent maar ondertussen verliezen ze het theater van de nacht geen moment uit het oog. Wat gebeurt hier? Een schimmenspel? De nieuwste film op klein formaat? Nee, dit is de tweede editie van de Nachtvlinderestafette, een keten van nachtvlinderactiviteiten vanaf de Waddenzee tot de Vaalserberg.





In 2012 werden door de Stichting Natuurkampeerterreinen, de Vlinderstichting en Natuurpresentaties ruim 650 gasten op 16 natuurkampeerterreinen bij het laken ontvangen.  Voor de tweede editie van de Nachtvlinderestafette hebben zich 39 locaties aangemeld waarvan drie zelfs voor twee vlindernachten hebben getekend. Uiteraard draait alles om vlinders maar even belangrijk is de promotie van natuurkampeerterreinen als ideale locatie voor een bijzondere natuurbeleving.

Roesje

Op 24 mei werd al even teruggekeken op de start van de Nachtvlinderestafette in 2013. In Beerze, Oisterwijk, Vaals en Elburg werd de toon gezet. Vier frisse avonden met de eerste vlinders van het jaar worden vanaf vrijdag 5 juli gevolgd door tientallen, hopelijk zalig warme avonden met bijzondere fladderaars. Wat er gezien wordt is altijd verrassend maar als voorproefje alvast wat beelden van kleurrijke gasten die mogelijk acte de presence zullen geven op het witte doek.

Witte Tijger

Kijk eens een Witte Tijger diep in zijn ondoorgrondelijke facetogen. Hij is duidelijk wat beduusd van al deze aandacht. In zijn korte leven heeft hij al heel wat meegemaakt. Nauwelijks ontkomen aan de scherpe tandjes van een Bosspitsmuis moest er verpopt worden. Met enig geworstel stond vervolgens een nieuw maatpak op het programma. Bedoeld om indruk te maken op het mooiste tijgervrouwtje maar in plaats daarvan staat hij op de catwalk van de Nachtvlinderestafette.

Avondrood
Een Avondrood laat zich niet zo maar verleiden voor een fotoshoot. Druk fladderend lijkt hij zich te willen verzetten maar uiteindelijk ontkomt hij niet aan al die schietgrage camera's. Gelaten strijkt hij neer en wacht stilletjes tot de klok van 1 uur als de laatste gast naar bed gaat.

Kroonvogeltje

Het Kroonvogeltje kiest voor een andere aanpak. Ook deze kleine vlinder voelt zich thuis op een bosrijk natuurkampeerterreintje maar op de voorgrond plaatst hij zich nooit. Het liefst kijkt hij vanaf een tak naar het aards gewoel. En als het dan toch niet anders kan, dan maar op de onderste helft van het laken. Zo bescheiden als hij is blijkt hij echter wel wat knuffelig van aard. Een kindervingertje voor zijn neus nodigt natuurlijk uit om even op te gaan zitten.

Vuursteenvlinder

Lindeknotsvlinder

Kunst met een hoofdletter, dat is de natuur op zijn mooist. Vuursteenvlinders en Lindeknotvlinders lijken producten van een nieuwe Rembrand. Opgezet met fijne lijnen en ingekleurd met zachte pasteltinten zijn het oogverblindende juweeltjes geworden.


Kom ook eens kijken bij de Nachtvlinderestafette 2013. Omdat het altijd laat wordt is het zeker aan te raden om te blijven overnachten (en te reserveren) op één of meerdere van de altijd weer schitterend gelegen 38 natuurkampeerterreinen die tussen 5 juli en 13 augustus bezocht gaan worden. De data vindt u op de websites van de Stichting Natuurkampeerterreinen, de VlinderstichtingNatuurpresentaties of op de poster hierboven. En helemaal bij blijven? Volg dan het evenement Nachtvlinderestafette 2013 op Facebook.






Mysterieus, verrassend: nachtvlinders

$
0
0
Groot Avondrood, op bezoek bij de Nachtvlinderestafette
Zomer 2013. De vlindertroubadoer trekt weer door het land. De Nachtvlinderestafette is in volle gang, 39 deelnemende natuurkampeerterreinen en in totaal 42 nachten waar het publiek kan genieten van de wondere wereld van de donkere nacht.
Elke avond eerst een presentatie (foto May Geerts, Natuurkampeerterrein 't Beekdal, Chaam)

Wat gaat er komen? (foto May Geerts, Natuurkampeerterrein 't Beekdal, Chaam)

Genieten van een vol vlinderlaken

Voor het schrijven van blogs blijft veel te weinig tijd over. Elke dag is het weer tentje opbreken en verhuizen naar de  volgende camping. Voor al mijn trouwe volgers daarom maar even wat foto's om een sfeerbeeld te geven.  En wil je ook eens komen kijken? Check dan de agenda van de Nachtvlinderestafette op de sites van de Vlinderstichting of de Stichting Natuurkampeerterreinen.

Braamvlinder

Oranje O-vlinder

Bruine Molmboorder

Porseleinvlinder


Ballooërveld in feeststemming

$
0
0
Ballooërveld

Na weken van minimale blog activiteiten eindelijk weer tijd voor een geïllustreerde impressie van, in dit geval, Drentse, topnatuur. Augustus is over de helft en dat betekent genieten van bloeiende heide en dieren die daar juist nu te vinden zijn. Inspirerend voorbeeld is het Ballooërveld, gelegen op een schiereiland van potklei en keileem tussen Loonerdiep en Rolderdiep in het Nationaal Park en Landschap Drentsche Aa.

Kleine vos, Ballooërveld

Kleine vuurvlinder, Ballooërveld

Heideviltbij, parasiet op Heidezijdebij, Ballooërveld
Ondanks de grijze lucht op zaterdagmorgen zoemt en gonst het op de heide. Vooral in de beschut gelegen tankgrachten is het een drukte van belang. Gamma-uilen scheren van plant naar plant. Kleine vossen, Kleine vuurvlinders en Hooibeestjes wapperen als oranje vlaggetjes boven de vegetatie. Honingbijen, solitaire bijen en hommels zorgen voor de muzikale noot. Allen hebben maar één ding in hun kop: zoveel mogelijk nectar verzamelen. Soms als eigen voedsel, vaak voor het toekomstige geslacht.


Paardenbijter, Ballooërveld

Blauwe glazenmaker, Ballooërveld

Tijgerspin, Ballooërveld


Waar veel leven is zijn ook roofdieren prominent aanwezig. Bruinrode heidelibellen, Blauwe glazenmakers en Paardenbijters maken jacht op alles wat in hun bekje past. Van vlinder tot vlieg verdwijnt met gezwinde spoed naar binnen. Tijgerspinnen zijn veel minder opvallend maar daarom niet minder dodelijk. Zij wachten op langs springende sprinkhanen. De poten gestrekt om bij de minste beroering van het ladderweb toe te slaan.

Distelgalboorvlieg, Ballooërveld

Eurygaster maura, een schildwants, Ballooërveld
Op de heide moet je eigenlijk niet rondlopen, kruipen is veel leuker. Dan vallen ook de kleinste diertjes of natuurverschijnselen op. Langs het fietspad stonden enkele akkerdistels en dat betekent zoeken naar sporen van de Distelgalboorvlieg. Een prachtig bont vliegje die zijn leven begint in een distelstengel. Vlakbij loopt een zeldzame schildwants rond. Eurygaster maura komt alleen voor op warme, zandige plaatsen en daar is een heideveld ideaal voor.

Ga ook eens genieten van de bloeiende heide. Het kan nog tot eind augustus.

Zweefvliegen, super piloten in het laagste luchtruim

$
0
0
Kleine bijvlieg (Eristalis arbustorum), Haren

Witte condensstrepen vormen vierbaanswegen hoog in de lucht. Op slechts enkele decimeters hoogte is er geen enkele orde meer in de lucht. De tuin hangt vol met zwevers. Als helikopters een moment stil hangend, dan een korte spurt en weer een landing.
 
Hommelbijvlieg (Eristalis intricaria), Haren
Met vliegen hebben we niet zoveel. Lastige beestjes die altijd op het eten willen gaan zitten. Of irritante brommers die een rustig avondje verstoren. Maar sta eens stil bij de honderden zweefvliegen die in elke tuin te vinden zijn. Hun kop lijkt wel zwaar van de enorme ogen die elke beweging opmerken. Twee ragfijne vleugels die zonder vliegbrevet elke beweging kunnen uitvoeren. Maar het meest bijzonder is toch wel de kleur. Sommigen zien er vervaarlijk uit als een wesp met een geel-zwart kostuum. Andere zijn bruin als een bij of harig als een hommel. Echter alles is maar nep. Pure volksverlakkerij, steken of bijten kunnen ze niet.
 
Zweefvlieglarf, leeggezogen bladluizen achteloos op zijn rug geplakt
In de Middeleeuwen had men nog niet zoveel begrepen van vogeltrek. Zwaluwen zouden in het voorjaar uit de modder tevoorschijn komen. Nu weten we dat ze genieten van een avontuurlijke vakantie in Afrika. Veel zweefvliegen komen echter wel uit de modder of uit een drekkige regenton. Hun platte larfjes leven er van allerlei organisch afval. Anderen zweefvliegkinderen leven als rupsjes op een blad, niet als vegetariër maar als jager op bladluizen. Jonge Hommelzweefvliegen beginnen hun leven als vuilnisman m/v in hommelnesten.
 
Gewone Pendelvlieg (Helophilus pendulus), Haren

Snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus), Haren

Grote Langlijf, Sphaeroria scripta, Haren

Volwassen zweefvliegen zijn altijd bloembezoekers. Stuifmeel kunnen ze met hun slurfje niet naar binnen krijgen maar voor nectar doen ze alles. Van het vroege voorjaar tot ver in de late herfst zwerven ze door de tuin op zoek naar kleine en grote bloemen. Sta er eens bij stil en geniet van deze bijzondere vliegen.

Meer informatie? Zie Waarneming.nl voor een schitterende digitale fotogids Zweefvliegen.

Septemberpracht bij Alpina

$
0
0
De lucht boven de alpenweide trilt van een onverwachte hittegolf, de zomer weet van geen wijken. Maar de volgende ochtend maken mistflarden rond de kerktoren van Tschiertschen duidelijk dat het toch echt september is. Een maand van ongekend genieten, prachtige vergezichten, bloeiende bollenvelden met Herfsttijloos en luid roepende Notenkrakers.





Hotel Alpina, Tschiertschen

Septemberpracht was de titel die Bergwandelhotel Alpina (Tschiertschen) aan de eerste tien dagen van september had meegegeven. Een kralensnoer van acht gevarieerde wandeltochten rond het dal van de Plessur ten oosten van Chur (Graubünden, Zwitserland). Natuurpresentaties mocht de begeleiding en inhoudelijke invulling leveren. Alpina tekende voor haar bekende, en altijd gezellige, huiselijke gastvrijheid; uitstekende maaltijden en geregeld voor comfortabel vervoer naar het startpunt van de wandelingen.

Geplooid en gedeukt. De vroegere zeebodem tussen Europa en Afrika, nu verkreukeld en rechtop gezet
Uitzicht vanuit de kreukelzone op het oude Europa
Overal in het gebied beleef je het verstilde gewelde van een frontale botsing tussen het oude Europa en Afrika. In "Schanfigg, kreukelzone tussen twee continenten" schreef ik vorig jaar al eens over dit bijzondere gebied. Opgekruld als een verfrommeld tafellaken, ingekerfd door latere gletsjers en gepolijst door rivieren en beken. Waar je ook loopt, klimt of daalt, de geologische geschiedenis staat overal in hoofdletters geschreven.

Zilverdistel

Zijdeplantgentiaan
Grote keverorchis

Herfsttijloos (Colchicum)
September is het begin van de herfst. Eigenlijk de tijd voor bessen en paddenstoelen maar wat blijkt? Overal zijn kleine explosies van fleur en kleur te zien. Hardblauwe Monnikskappen en Zijdeplantgentianen staan te pronken in de schaduw van Groene Elzenbossen. Begraasde Alpenweides hullen zich in het teerste paars met letterlijk duizenden bloeiende Colchicums (Herfsttijloos). Keverorchissen hebben nog geen bericht gehad dat het tijd wordt om ondergronds te gaan en Bruine Klavers zetten ook nog even door. Maar de hoofdprijs gaat toch naar de Zilverdistel. Als kokardes lijken ze lukraak uitgestrooid over de ongelijke grasvlaktes. Terugbladerend naar de zomer blijkt maar weer dat ook september fleurig mooi kan zijn.

Keizersmantel
Bleek blauwtje, vrouwtje
De onverwachte bloemenpracht weerspiegelt zich in honderden warrelende vlindervleugeltjes. Niet zo uitbundig als in de zomer (zie Alpenvlinders) maar wel overal aanwezig. Boven de 2000 meter wordt zelfs nog een laatste Apollovlinder gezien. Lager zijn het vooral Zwitserse glanserebia's, Bleek Blauwtjes en diverse Parelmoervlinders die de toon zetten. Er tussendoor fladderen Luzernevlinders en grote aantallen spanners en uilen.

Alpenkamperfoelie

Christoffelkruid
Alpenanemoon

Bosrank

Alpenwollegras

September laat zich echter ook van zijn bekende kant zien. Duizenden vruchten hangen als zwarte of rode pareltjes aan de struiken. Sommigen zijn eetbaar maar Christoffelkruid en Wolfskers kun je maar beter laten hangen. Alpenweiden staan vol met honderden pluizen. Van Alpenanemoon tot Alpennagelkruid, van Basterdwederik tot Bergveenpluis.

Vanaf mei volgend jaar gaat Alpina verder als Bergwandelhotel Gürgaletsch. Enkele meters lagen gelegen in het mooie Tschiertschen en een ander gebouw maar wel met dezelfde sfeer en uitstraling. Anna en Tobias, uw gastvrouw en gastheer, nodigen u graag uit om ook eens naar Tschiertschen te komen.





Kleipaddenstoelen in Groningse wildernis

$
0
0
Ten Boersterbos, Groningse wildernis
 Rechte lijnen in het landschap, statige boerderijen aan de horizon en vooral heel veel zware klei. Dat is het Groninger land. Maar er is meer, ruim veertig jaar geleden werden dorpen verrijkt met recreatiebosjes. Bedoeld om de zinnen te verzetten en heerlijk om honden en kinderen uit te laten. Onvermoed zijn juist deze stukjes Groningse wildernis uitgegroeid tot paddenstoelenparadijsjes.





KNNV Groningen op paddenstoelenexcursie
KNNV Groningen heeft voor haar, inmiddels traditionele paddenstoelenexcursie in september koers gezet naar het Ten Boersterbos. Ten noorden van het Damsterdiep en net ten zuidwesten van Ten Boer. Es, esdoorn, een enkele eik en zelfs wat wilgen hebben hier met wat hulp van braam en brandnetel een dicht woud gevormd. Op het eerste gezicht weinig veel belovend maar als we de roep van een Grote Bonte Specht volgen en in het hart van het bos doordringen ontrolt zich een ongekende weelde.

Blozende stinkvezelkop

Bleke franjehoed

Dooiergele Mestzwam

Vuurmelkzwam

Grote zwammen lijken zich te willen camoufleren. Grijs en bruin overheersen, alleen te zien door er letterlijk tussen te gaan zitten. Dan, op het zelfde niveau als de paddenstoel, valt het op hoeveel er wel niet staat. Honderden Bleke Franjehoeden en Blozende Stinkvezelkoppen steken ver boven de bodem uit. Daartussen allerlei inktzwammetjes op houtsnippers en op de meest voedselrijke plaatsjes Dooiergele Mestzwam. Sommige jong en sterk lijkend op een gele vingerhoed, anderen ouder en breed uitgespreid. Voor fijnproevers zijn er Vuurmelkzwammen. Alleen voorkomend onder Hazelaar en voorzien van vlammend scherp melksap.

Stobbezwammetje

Scherpe schelpzwam

Kleine breedplaatmycena
 Staatsbosbeheer laat sinds jaren het afgevallen hout gewoon liggen. Voor paddenstoelen letterlijk een geschenk uit de hemel. Stobbezwammetjes en Scherpe Schelpzwammen zijn overal te vinden. Minuscuul klein is de Kleine Breedplaatmycena. Fotograferen van al deze tere zwammetjes blijkt een bijzondere opgave te zijn. Het rotte hout verkruimelt bij de eerste aanraking tot pulp en weg is het plaatje. Heel voorzichtig oppakken of gewoon ter plekke plat op de grond blijkt de beste manier.

Esdoornhoutknotszwam

Zakjestrilzwam

Zwarte Viltzwam

Witte Koraalzwam

In de paddenstoelenwereld is niet alles rechttoe rechtaan. Steel en hoed lijken wel het meest algemeen als groeivorm maar er blijkt een ongekende variatie aan bizarre vormen in het Ten Boersterbos voor te komen. Esdoornhoutknotszwammen staan als zwarte vingers omhoog. Zakjestrilzwammen liggen als geleipuddingen op het dode essenhout. Zwarte viltzwammen zijn wat minder kieskeurig en laten zich elke tak uitstekend smaken. Tussen al dit hout staan Witte Koraalzwammen, bossig vertakt en fijn ingesneden.

"Roodoogvlieg"

Tijd om weer recht op te staan. Allerlei zweefvliegen, een Roomvlek Lieveheersbeestje en een prachtige "roodoogvlieg" blijken op deze septemberdag ook te genieten van de steeds hoger wordende temperatuur.

Groningse kleibosjes bieden meer dan alleen een hondenveldje. Ga er eens kijken en geniet van een fraaie herfstshow.


Springen, zwemmen en kruipen in de Vijftig Bunder

$
0
0
Vijftig Bunder in september stemming
Tussen Midlaren en het oerstroomdal van de Drentsche Aa ligt een klein, groen pareltje verborgen, de Vijftig Bunder. Ingeklemd tussen weggetjes en houtwallen en als je al de ingang weet te vinden moet je ook nog eens over een wrakke overstap, Schotse Hooglanders hebben er meestal het rijk alleen maar er is veel meer te zien.






Het is september, vogelgroepjes vliegen over het gebied en een eenzame stier loopt te grazen aan de rand van de heide. Terwijl de blik over de laatste restjes bloeiende struikheide glijdt valt het oog op een mierenspoor dat van boven naar onder over een eenzame eik loopt. Vermoedelijk hebben ze een luizenkolonie gevonden en is het tijd om te melken. Aan de andere kant rust een eenzame roodpootboomwants. Veel te groot voor deze mieren en zelf vooral geïnteresseerd in plantensappen.

Kale Rode Bosmier
Roodpootboomwants
Hoger in de boom gaat het leven er wat trager aan toe. Een jonge rups van het Kroonvogeltje, een tandvlinder, lijkt zich te willen verschuilen op een nerf. Maar zijn twee grote, rode kwastjes op de staart verraden hem direct. Net als de Slakrups, die op een volgend blad zit, is het een echte "herfstrups". Nog even lekker eten van het niet bepaald malse blad en dan een lange winterrust als pop. Die Slakrups is trouwens helemaal bizar. In de grote camouflage wedloop heeft dit kleine nachtvlindertje besloten om als rups te doen alsof het helemaal geen rups. Er is geen kop of staart aan te ontdekken en zelfs de pootjes zitten ver onder het lijf verborgen.

Rups van een Kroonvogeltje

Slakrups

De Vliegendoder heeft nog geen kinderen. Er wordt nog gewerkt aan de kraamkamer, diep verborgen in het rulle zand. Regelmatig wordt het noeste "pootwerk" gecontroleerd. Nog even en dan moet ook de voorraadkast gevuld worden. Dat blijkt echter een wel erg gemakkelijke klus. Even verder op liggen ferme vlaaien van de hooglanders. Tientallen vliegen vinden dit onweerstaanbaar lekker en hangen dus niets vermoedend rond deze gedekte tafel. Helaas ontbrak de tijd om te zien hoe het af zou lopen, de Vliegendoder vloog er al rond maar had nog geen prooi.


Vliegendoder in haar hol

Vliegendoder in volle pracht voor haar hol

Terwijl de vliegen op de vlaai eerst de aandacht trekken valt het op dat er overal beweging in de verse flats zit. Even met een stokje in de derrie roeren en dan duiken allemaal kevertjes op. Een spiegelende achterkant en twee flets-rode vlekken op de voorkant van de dekschilden. Het is een Sphaeridium soort, familie van o.a. de Spinnende Watertor en allerlei andere waterkevertjes die het hier bijzonder naar hun zin hebben. Zwemmend in het mestvocht slobberen ze zelf van de gulle gaven. Hun eitjes zetten ze er ook in af maar dat is voor andere kost. Vliegenlarven dat is wat hun kroost nodig heeft om groot te worden.

Het is echter in het gras waar het pas druk is. Overal hipt en kruipt het, veldsprinkhanen in allerlei uitdossingen. Foto's maken is best lastig want er moet overal gepaard worden, eitjes afgezet en ondertussen ook nog gegeten. Wie bij wie hoort moet thuis maar blijken. Mannetjes en vrouwtjes zijn op de foto gelukkig wel goed te onderscheiden, zij heeft eilegkleppen en hij heeft een naar boven wijzend en afgerond achterlijf. Opvallend is dat er nogal wat vrouwtjes zijn met deels gereduceerde vleugels. Hippen gaat kennelijk sneller dan vliegen.

Sphaeridium scarabaeoides, een mestbewonende waterkever
Krasser, vrouwtje

Knopsprietje, vrouwtje
Bijna werd het een verhaal zonder eind, zoveel is er te zien op de Vijftig Bunder. Ga er ook eens heen en sta stil bij het kleine grut.

Nederlandse woestijn

$
0
0
Aekinger Zand, Nederlandse woestijn
Een strakblauwe hemel, duinen tot aan de zwart geboomde horizon, een striemende wind die het zand tot achter in je neusgaten blaast. Dat is het Aekinger Zand, woestijn op de grens van Drenthe en Fryslân en het stuivende hart van het nationaal park Drents Friese Wold.

Aekinger Zand, zandstormen razen over de vlakte

Aekinger Zand, geen strand foto maar echt een plaatje in het Drents Friese Wold

Trekrus heeft het opgegeven, nog even en ook de vruchtjes zijn begraven

Rauwe oernatuur is zeldzaam in Nederland. Soms zie je er een glimp van in de "Nieuwe Wildernis" of ervaar je het door tussen de oogharen naar de Drentsche Aa te kijken. Maar op de grens van twee noordelijke provincies mag de natuur zijn gang weer gaan. Landbouw op schrale grond is verdwenen, het waterpeil op sommige plaatsen tot boven de laarzen gestegen en op andere plekken meters ver weggezakt. Dit is het Drents Friese Wold. Na het verdwijnen van de Smilder Venen bijna vermalen tussen de kaken van hongerige landontginners maar nu weer terug naar de harde realiteit van moeder natuur.

Aekinger Zand, tot rust gekomen stuifzand

Kraaiheide, als zachte deken uitgerold over de duinen
 Natuur is dynamisch. Dat ervaar je pas echt op een zandvlakte als het Aekinger Zand. Voortdurend in beweging maar zodra de wind even wegvalt komt de plantengroei weer terug. Voorzichtig eerst met wat korstmossen en Ruig Haarmos maar al snel ingehaald door een donkergroene deken van Kraaiheide. Tapuiten zwerven er rond maar ook hier hebben zij het moeilijk zonder een overvloed aan gravende konijnen.

Bruine Sprinkhaan, heel stil en net doen alsof hij er niet is

Zwarte Heidelibel, mannetje

Kleine Vuurvlinder

In de luwte van de duinen schuilen enkele insecten tegen het winderige geweld. Bruine Sprinkhanen hippen wat rond en knagen wat aan het dorre gras. Zoekend zweeft een mannetje Zwarte Heidelibel langs om even later toch door de wind gegrepen te worden. En dan valt het oog op een oogverblindende jongeling: een Kleine Vuurvlinder. Mogelijk net uit de pop gekropen en alweer de derde generatie van dit jaar. Een zacht groene zweem contrasteert mooi met het oranje-geel van de voorvleugel. Prachtig!

Het Aekinger Zand verandert in het weekend in een grote zandbak voor jong en oud. Rennen, dollen, vliegeren of romantisch wandelen. Even een paar stappen en je verdwijnt achter een duintop en waant je weer helemaal alleen. Voor echte rust moet je echter door de week komen. Dan kun je vanaf Appelscha doorlopen tot Wateren, of nog verder naar Doldersum, met alleen wat schapen op je pad. Het Drents Friese Wold, uitnodigend mooi.

Slijmzwammen, een bizarre wereld

$
0
0
Rossig buiskussentje (Tubilifera arachnoidea), Mensinge (Roden)
Herfst is de beste tijd om kennis te maken met de meest bizarre wezens in ons kikkerlandje: slijmzwammen (Myxomyceten of Myxogastria). Geen dier, geen plant en geen zwam is er aan verwant. Glad en glibberig en af en toe wonderlijk mooi gevormd. Kijk eens mee op deze wandeling door een kleurrijke wereld.

Heksenboter (Fuligo septica), Hijkerveld

Slijmzwam, Mensinge (Roden)

De grote systematicus Linnaeus wist niet goed wat hij met slijmzwammen moest doen. Hij deelde ze in bij de "cryptogamen", letterlijk wezens met verborgen geslachtsorganen. Varens, mossen, paardenstaarten, paddenstoelen en ook slijmzwammen verdwenen in deze enorme container. Wel gaf hij daarmee aan dat de kleurige glibbers in het bos geen dieren waren maar bij het plantenrijk zouden behoren. Honderden jaren later weten we beter, het zijn geen planten en ook geen zwammen of dieren. Slijmzwammen blijken nauw verwant met amorfe, eencellige amoeben. Maar gelijktijdig weten we ook dat het geen homogene groep is, er blijken drie totaal verschillende lijnen van afstamming schuil te gaan onder deze naam. Geïnteresseerd? Lees dan eens verder op "Slime Molds".

Kruipende slijmzwam, Rossig buiskussentje (Tubilifera arachnoidea), Mensinge (Roden)
Sporulerende slijmzwammen, Troskalknetje (Badhamia utricularis), Aduard
Sporulerende slijmzwammen, Appèlbergen (Glimmen)

Het leven van een slijmzwam is in het begin weinig opwindend. Kleine, eencellige kruipertjes versmelten vaak met soortgenoten tot een zgn. plasmodium. Als gekleurd snot kruipt het vervolgens uiterst traag over bijv. rottend hout op jacht naar smakelijke bacteriën, schimmelsporen of zelfs schimmeldraden. Lukt het niet meer om voedsel te vangen? Geen probleem, het vloeibare protoplasma vervormt tot een sporenvormend organisme en stuurt zichzelf als miljoenen sporen richting het zwerk op zoek naar een betere woonplaats.

IJspegeltje, Ceratiomya fruticulosa, Vijftig Bunder (Midlaren)

Slijmzwam, Gasterense Duinen

Determinatie van slijmzwammen is buitengewoon lastig. Enkele opvallende vormen zijn nog op naam te brengen en beschreven op de website Soortenbank.nl Voor een completer overzicht wordt nog steeds teruggegrepen op het boek Mw. Nannenga, De Nederlandse Myxomyceten (1974). Maar je kunt er ook gewoon van genieten. Niet aan voorbij lopen omdat ze er toch maar vies uitzien maar gewoon eens bij stilstaan, fotograferen en je verwonderen over deze bizarre organismen.

Spinnen, griezelig of prachtig?

$
0
0
Huisspin, vrouwtje
Acht paar ogen kijken doordringend naar de teen van haar slof, een harige poot reikt naar voren, enorme kaken schuiven bijna hoorbaar langs elkaar. Een ijselijke kreet verscheurt de avondstilte: EEN SPIN!

Het is inmiddels half oktober. De eerste herfststorm is uitgeraasd, Zeeland stond bijna onder water door aanhoudende regen en huis en tuin zitten vol met spinnen. Een heerlijke tijd voor een bioloog maar de schrik van menig dorpeling of stadsbewoner (m/v). Kleverige spindraden in je haar is nog tot daar aan toe maar als er ook nog een monsterachtig grote Huisspin besluit om met jou te gaan samenwonen wordt er een grens overschreden. Ga echter eens in gesprek met deze diepzinnig kijkende nieuwe vriendin. Ze blijkt gewoon nieuwsgierig te zijn, even een kort contact en dan gaat ze weer verder. Op zoek naar een onvoorzichtige pissebed, een overwinterende vlieg of zelfs naar haar veel kleinere man.

Spinnenweb

Kruisspin

Koffieboonspinnetje
Herfsthangmatspin

Op het moment dat de zomergloed gaat tanen verschijnen de eerste webben in de velden. Grote wielwebben van Kruisspinnen maar vooral honderden, duizenden hangmatjes. Niet netjes opgeknoopt aan twee punten maar slordig uitgestrooid over de struiken. Dauw- en lijmdruppeltjes parelen in het vroege ochtendlicht. Koffieboonspinnetjes zoeken het wat lager op en weven niet veel meer dan een grofmazige spinselmat. Onder heidestruiken, vlak op de grond, kan uitgekeken worden naar ingenieuze netten van Trechterspinnen. Tunnels van signaaldraden leiden naar dodelijke gifkaken. 

Spinnen van draden kost echter energie wat je ook kan gebruiken voor een andere vorm van jacht. Als jachtluipaarden korte sprintjes trekken zoals Wolfsspinnen en Gerande Oeverspinnen. Zebraspinnetjes kiezen voor een plotselinge overval. Doodstil wachten ze tot een vlieg dichterbij komt en slaan dan onverwachts toe.

Gerande Oeverspin, mannetje
Muurkaardespin, een nachtelijk actief mannetje

De wereld van spinnen lijkt op een grote boksarena. Bijna elke man is voorzien van een paar stevige handschoenen. Voorzichtig stappen ze ermee rond, altijd klaar om toe te slaan. Maar niet om hun concurrenten even een linkse uppercut te geven of hun geliefde knock-out  te slaan. Zijn pronkstukken zijn bedoeld voor het ultieme moment, het zijn hulpstukken voor spannende seks in het spinnenleven. De dames zijn vaak wat groter uitgevallen en het is natuurlijk wel zaak om niet als lekker hapje in haar maag te verdwijnen. Voordat ze hun handschoentjes kunnen gebruiken volgt er eerst een heel voorzichtige toenadering. Stapje voor stapje, tokkelend op haar web of rituele danspasjes uitvoerend die alleen zij herkent.


Zebraspin

Viervlekwielwebspin

Bruine krabspin
Vara's Vroege Vogels heeft in de afgelopen weken Nederland op spinnenjacht gestuurd. Met een spinnenzoekkaart in de hand kon iedereen in tuin of park op zoek gaan naar de meest algemene spin van Nederland. Wordt het de Grote Trilspin die met zijn lange spillenbeentjes in elk huis te vinden is? Of toch de Gewone Strekspin, de Kruissspin of de Tuinwolfsspin? Zondagochtend 20 oktober wordt de uitslag bekend gemaakt.

Tip: kijk ook eens op Spinnen van Noordwest-Europa.

Steentijdbos in herfststemming

$
0
0
Hunebed, Boswachterij Anloo. Steentijdbos in herfststemming.
Stil, zwijgend, blikken granieten keien omhoog naar het blauwe zwerk. Af en toe valt een beukenblaadje op hun kristallen gelaat zonder hun droom te verstoren. Heimwee naar thuis, ver van hier in Finland en Zweden. Denkend aan mensen die met eerbied deze stenen verzamelden, ze bij elkaar brachten en vormden tot een huis van herinnering. Vijfduizend jaar later staan ze er nog, een baken in een zee van bomen op een kruispunt van wegen die leiden van niets naar nergens.

Zigzagbeukenmineermot (Stigmella tityrella), rupsje in beukenblad, Boswachterij Anloo
Zittend op een kei, kauwend op een boterham, valt het oog op een afgevallen beukenblad. Midden in het geel een opvallend heldergroen eiland. Daarin witte lijnen gevuld met zwarte stippels. Nieuwsgierig raap ik het blad op en probeer de zon er door te laten schijnen. Aan het eind van de witte gang zit een klein rupsje, heel stil en mogelijk verzadigd van beukengroen. De Zigzagbeukenmineermot is één van twee micro mineerders die rond deze tijd in beukenblad te vinden is. Deze begint bij de nerf te knagen, de Zilverbandbeukenmineermot meestal bij de bladrand. Beide zijn zeer algemeen en overal terug te vinden waar maar beuken staan. De groene eilandjes in het blad ontstaan omdat de boom door deze rupsjes niet in staat was al het bladgroen terug te halen voordat het kurklaagje een definitieve scheiding tussen tak en blad vormde.

Boswachterij Anloo, herfstsfeer

Boswachterij Anloo, naaldbomen plantage

Boswachterij Anloo, ven als herinnering aan de tijd dat hier nog woeste gronden lagen

Boswachterij Anloo ligt net ten zuiden van het gelijknamige middeleeuwse dorpje. Overal zijn sporen uit een ver verleden terug te vinden. IJstijdpatronen als souvenirs van een ver verleden, een hunebed en grafheuvels uit de tijd voordat de schrijvende mens zijn opwachting maakte. Restanten van een vroeger cultuurlandschap met vennen en heide. Dertiger jaren crisistijd met uitgestrekte bospercelen als werkverschaffing en mijnhout. Maar ook een precies 60 jaar jong Pinetum, een naaldbomenverzameling van de familie Everts en nu beheerd door een stichting en een onderdeel van de Nederlandse nationale plantencollectie.
Donsvoetje, Boswachterij Anloo

Doolhofzwam, Boswachterij Anloo
Schubbige Bundelzwam, Boswachterij Anloo

Op de bosbodem is het stil. Zwammen komen en gaan, kleuren verschijnen en vervagen. Letterlijk overal kijken paarse hoedjes van Rode Koolzwammen tussen de bladeren door. Slordig neergevallen berkenstammen zijn bedekt met Donsvoetjes. Een oude eikenstomp is al jaren begroeid met hoeden van Doolhofzwammen. Jaren geleden klein en afzonderlijk te onderscheiden; nu een bank van formaat. Knoeterhard verhout en van onderen voorzien van een onontwarbaar netwerk van plooien en valleien. Rond het Pinetum is het als altijd weer bijzonder mooi. De Heideknotszwammetjes zijn niet terug te vinden maar honderden Graskleefsteelmycea's, enkele Vliegenzwammen, Gele Ringboleet en een prille Schubbige Bundelzwam laten zich goed fotograferen.

Herfstkortvleugelmot (Diurne lipsiella)

Terwijl in de toppen van de lariksen af en toe een groepje Kruisbekken overtrekt, luid kiep-kiep roepend, wordt het oog getrokken door een kleine fladderaar op de bosbodem. Het is een Herfstkortvleugelmot die juist nu in allerlei Drentse bossen het luchtruim kiest. Als je er struikelend achteraan rent en kruipt begrijp je niet waar deze bizarre naam vandaan komt. Het blijkt dan ook een mannetje te zien, alleen de dames hebben letterlijk korte vleugeltjes waarmee nooit gevlogen wordt.

Wolkenstraten boven Boswachterij Anloo

Hoog boven het bos tekent een nadere depressie scherpe lijnen in de blauwe lucht. Windveren breken los en waaien uit over het Drentse land. Ook eens naar Boswachterij Anloo? Loop dan de rode of gele wandeling en geniet van een mooie mix van natuur en historie.

Mijnwerkers

$
0
0
Bruine rozenmineermot (Stigmella anomalella)
De grote oktoberstorm heeft een onverwacht voordeeltje gebracht voor natuurspeurders: veel wat eens onbereikbaar hoog was ligt nu op ooghoogte. Boomkronen, toppen van struiken en allerlei klimmers behoren nu tot de kruidlaag en dat betekent heel veel blad om eens rustig te bekijken op interessante knagers. Voor grote rupsen is het begin november al bijna te laat maar tussen boven en onderkant van veel bladeren wordt nog hard gewerkt of zijn sporen van mijnwerkers terug te vinden. Geen tweebenige mensen die er te gast zijn maar zespotige rupsjes van allerlei mineermotjes.

Hangmotmot (Lyonetia clerkella), op berk
Zoals wel vaker was ik niet de eerste die op het idee kwam eens de loep te richten op deze bijzondere diertjes. Jelle Reumer, directeur Natuurhistorisch Museum Rotterdam, schreef er over in zijn wekelijkse column voor Trouw. "Jelle's weekdier" (zijn werktitel) was ditmaal de Late Eikenmineermot. Mijn zoektocht naar mijntjes leverde vandaag vooral veel Hangmotmotjes (Lyonetia clerkella). Jonge berkjes hadden in bijna elk blad wel een rupsje gehad. Als een dronken tor hadden ze zich een weg door het bladmoes gegeten. Grote lussen makend, geregeld hun oude gangen kruisend en uiteindelijk uit de mijn kruipend om zich te verpoppen in een hangmatje aan de buitenkant van het blad.

Beukenvouwmot (Phyllonorycter maestingella)

Hazelaarvouwmot (Phyllonorycter nicellii)

Hazelaarblaasmot (Phyllonorycter corylii)

Veel bescheidener zijn de Vouwmotjes. Geen doldriest geknaag maar rustig blijven liggen is hun motto. Soms alleen aan de onderkant van het blad actief, soms juist aan de bovenkant. Om ze op naam te krijgen is het wel handig om een redelijke bomenkennis te hebben. Op Beuk bijvoorbeeld zit alleen de Beukenvouwmot. Vaak tussen twee nerfjes knaagt het diertje zover door dat de cuticula van het blad (de "opperhuid") helemaal samentrekt tot een van boven zichtbare plooi. Hazelaars hebben vaak twee soorten, de Hazelaarblaasmot leeft aan de bovenkant terwijl de Hazelaarvouwmot alleen aan de onderkant te vinden is. Sta er eens bij stil, dan valt op dat de eerste soort het blad niet laat samentrekken maar een doorschijnend velletje achterlaat. Zo heeft elke soort zijn eigen eetgewoontes.

Eikenvlekmot (Tischeria ekebladella)

Bramenvlekmot (Coptotriche heinemanni)

Veel rupsen van mineermotjes lijken volgens een strak plan te werken. Een gang of een plooi, precies zoals alle anderen van zijn of haar soort het ook doen. Maar er zijn ook van die ruige lieden die maar wat doen. Knagen tot je letterlijk uit het blad barst lijkt het wel. De Eikenvlekmot of de Bramenvlekmot bijvoorbeeld. Alles verdwijnt wat voor hun hapgrage kaken ligt, wat overblijft is slechts de geest van het blad. Hol, leeggehaald, nutteloos. Verpoppen in dit verlaten pand heeft geen zin, even een draadje spinnen en je bent op de grond voor een lange winterrust.

Iepenkokermot (Coleophora badiipennella)

Bruingrijze kokermot (Coleophora serratella), op Zwarte Els
Goudvleksteltmot (Caloptilia alchemiella0

Om als mijnwerker je jonge leven te slijten moet je wel behoorlijk inleveren. Pootjes heb je niet nodig omdat je letterlijk in de soep ligt. Maar ook het lijf moet passen tussen boven en onderkant van het blad. Lukt dat niet? Dan is er altijd nog de oplossing die de Kokermotjes gevonden hebben. Bouw een huis, kruip er in als een heremietkreeft en steek kop en kaken in het blad. Wel wat opvallend maar toch beschermd voor een hongerige snavel. Als de rups zich verplaatst of gaat verpoppen blijft er een licht vlekje achter in het blad. Steltmotjes en Zebramotjes kennen dit probleem ook. Als jong rupsje is er niets aan de hand, alles past dan nog in een blad. Maar als de groei goed doorzet zit er niets anders op dan de beschutting te verlaten, een bladlob om te vouwen en daaronder verder doorgaan met eten.

Paardenkastanjemineermot (Cameraria ohridella)

Plataanvouwmot (Phyllonorycter platani)

Akenvruchtmineermot (Ectoedemia louisella)

Veel mijnen zijn eenvoudig te determineren als de boom, struik of kruidachtige plant waar ze op voorkomen bekend is. Op Paardenkastanje heb je alleen de overal aanwezige Paardenkastanjemineermot, op Plataan de Plataanvouwmot en in de vruchten van Spaanse Aak is de Akenvruchtmineermot te vinden.

Gewone eikenblaasmijnmot (Ectoedemia albifasciella)

Gewone eikenmineermot (Stigmella roborella)
Op eik wordt het al veel lastiger. Kleine vlekmijntjes bij de nerf of midden in een groen eiland kunnen van een aantal Eikenblaasmijnmotjes (Ectoedemia sp.) zijn; vouwmijntjes van diverse Eikenvouwmotjes (Phllonorycter sp.) en lange kronkelmijntjes van diverse Eikenmineermotjes (Stigmella sp.). Zelfs met de uitstekende tabel van Willem Ellis (Bladmineerders) blijft het best lastig om ook deze vlinderrupsjes goed op naam te krijgen. Ondanks al deze uitdagingen is de herfst een uitstekend seizoen om eens kennis te maken met deze bijzondere mijnwerkers.




Tuin van de Tijd

$
0
0
Tuin van de Tijd, Bunne
In ijzer gegoten letters markeren de Tuin van de Tijd. De weilanden van Bunne (gemeente Tynaarlo) omarmen een paradijsje van slechts een kleine hectare groot. Hier is de droom van beeldend kunstenaar Femke van Dam en haar man werkelijkheid geworden. Een tuin waar kunst, natuur en een schitterende plantencollectie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Tuin van de Tijd, een stenen boot getroffen door een gevallen wilg

"Herinnering" aan het veenlijk van het Meisje van Yde, een leren jak verkleefd met het hout

Vanuit Japans perspectief is de tuin tijdloos. Verleden, heden en toekomst glijden naadloos in elkaar over. Stenen boten voeren gedachten over de bebladerde grond. Een gevallen wilg symboliseert vergankelijkheid en lijkt vergroeid met zijn omgeving. Een herinnering aan het meisje van Bunne, lang geleden gewurgd achter gelaten in het veen, ligt plat op een stronk. Haar leren jak keert terug tot stof, na acht jaar in de tuin al geheel verkleefd met het oude hout.

Spiegels vangen het passerende zonlicht en verscherpen de omgeving

Strategisch geplaatste spiegels markeren het pad van de zon. Beelden tekenend en verscherpend, onaanraakbaar ver verzonken in het glas. Even verder lopen kleine stukjes glas tegen een boom omhoog.Als de blik van boven naar beneden glijdt lijkt het net alsof er een gespiegelde film versneld afgespeeld wordt.

Zichtlijnen verbinden de tuin met Bunne

Kienhout, geconserveerd in het verdwenen veen

Bodemprofiel, dagboek van de laatste honderden jaren

Zichtlijnen verbinden de tuin van de Tijd met zijn omgeving. Bunne, en ver op de horizon Donderen, zijn zichtbaar als versteende wegwijzers. Verzuurd kienhout uit het verdwenen veen trekt een verticale lijn naar een verre historie. Dichterbij een bodemprofiel met daarin de laatste honderden jaren geschreven in uitgeloogd zand. Daarop geprojecteerd een animatiefilm van cineast Wout van Mullem. Het verglijden van de tijd golft letterlijk over de verschillende bodemlagen.

Tuin van de Tijd, Bunne

De Tuin van de Tijd is op afspraak voor groepen te bezoeken. Daarnaast heeft de tuin door het jaar verspreid enkele open dagen voor individuele bezoekers.

Viewing all 487 articles
Browse latest View live